Japan, rondreis. April 2015
Na een lange en vrijwel slapeloze reis van woensdagochtend half tien, het moment waarop de taxi ons ophaalde en donderdagmiddag half zes, het moment waarop de bus ons bij het eerste hotel in Fukuoka afzette, is de reis nu echt begonnen.
Impressies
Het hotel is supermodern, een verwarmde wc-bril, vlot werkende wifi op de kamer. We eten in een eethuis in een zeer modern, gezellig, groot winkelcentrum dat een prachtige ontmoetingsplaats heeft met waterpartijen, muziek en waterspel. Boeiend, bijna organisch vormgegeven, niet zoals de saaie, rechtlijnige winkelcentra in Nederland.
De eerste busdag voert ons maar Nagasaki. We rijden Fukuoka uit, veel flats, wegen, snelwegen, soms iets groens, en passeren het vliegveld. Dan volgt een prachtige rit langs bossen, rijstvelden, dorpen, steden, afgewisseld door duistere tunnels, dan weer de zee tot we in Nagasaki aankomen. We stappen uit bij het Memorial Park. De donkere parkeergarage ligt onder het park. Boven staan monumenten voor vrede, werken van kunstenaars uit verschillende andere landen.
Het is bijzonder om op de plek te staan waar op 9 augustus 1946 de tweede kernbom zijn verwoestende werking heeft verricht. De plek voelt zwaar, ik word zomaar heel erg verdrietig ondanks het mooie weer en het prachtige park. De gids vertelt dat de fontein in het midden herinnert aan de vreselijke dorst die de getroffenen van de atoombom trof. Zo'n dorst dat een studente vertelde dat ze het water dronk ondanks het feit dat het gemengd was met olie. Ze bleef drinken, zo'n dorst had ze, tot ze overleden was...... Vreselijk..... En waarom????.....
Er staan steeds wisselende groepen schoolkinderen voor het monument voor de vrede om te herdenken en zich het belang van vrede te realiseren voor de toekomst. De kinderen zijn gekleed in schooluniformen, vaak zwart of donker blauw, en maken een rustige, gedisciplineerde indruk.
We rijden even later naar het centrum van Nagasaki waar we heerlijk Japans eten. Het eten is prachtig om te zien en heeft bijzondere smaken. s 'Avonds, na een bezoek aan een park en het eiland Dejima, waar 200 jaar lang de Hollanders mochten verblijven omdat ze het monopolie kregen op de handel met Japan, gaan we met 'n tweeën op zoek naar een eettentje. Het wordt een eenvoudig zaakje met duidelijke afbeeldingen van de maaltijden met de prijs erbij. Tot onze verrassing zitten er nog 6 medereizigers uit de groep. Het wordt een geanimeerd avondje.
Gezondheid, ook deze dag voel ik me raar duizelig als ik even stilzit, misschien een beetje te vergelijken met de beweging van de zee in je hoofd na een lange boottocht.
Vandaag zijn we van Nagasaki naar Mount Aso gereden. De tocht voerde langs prachtige bossen, akkers met rijst, aardappelen, maïs, aardbeien. Er is heel veel landbouw, de lavagrond is erg vruchtbaar.
Een snelle veerboot brengt ons naar het eiland Kyushu met Mount Aso. Hier rijden we door oude kraters, helemaal groen door alle gewassen en bossen. In de verte zien we op een gegeven moment Mount Aso. De rookpluim verraadt dat hij sinds november 2014 weer actief is. De weg naar de top is bijzonder mooi. Hier bloeien de bloesembomen nog.
Alles is hier wat later. De rijst moet nog ingezaaid worden, de bloesems bloeien nog. Het is wat kouder door de noordelijkere ligging en de hoogte. De geplande kabelbaan tocht over de Mount Aso gaat niet door wegens eruptie gevaar. We kijken op veilige afstand naar de rookpluim die de berg verlaat.
We overnachten in Beppu, in een soort pretpark, met paddestoelen-huisjes, verlichte sprookjesfiguren en onsen, natuurlijke warmwaterbronnen. Dit laatste is echt genieten. Het warme water neemt alle vermoeidheid van je af, je voelt je energie terugkomen.
Tijdens de bustocht op weg naar Hiroshima vertelt de gids ......
...Japanners werken van half negen, negen uur 's ochtends tot s avonds 10 u, lange dagen. De vrouwen zijn thuis bij de kinderen.
Er is een tekort aan arbeiders en import van arbeiders is geen optie. Er zijn erg weinig buitenlanders in Japan. De regering begint nu vrouwen te stimuleren om weer te gaan werken. Er wordt gezorgd voor kortere werktijden, van half tien tot vijf. Vrouwen verdienen 1/3 minder dan de man. Er wordt in het salaris rekening gehouden met het feit dat ze plotseling naar huis moeten als een kind plotseling ziek is. De crèche belt al bij een graadje verhoging!
Gevarieerde woningbouw.
Je koopt de grond, die is het duurste, en laat er dan een houten huis erop zetten, alles aardbeving-bestendig, schaal van Richter 7,1 of 7,2. In de miljoenensteden vind je torenhoge flats, daarbuiten veel gevarieerde laagbouw, met mooie licht gebogen daken. Het doet denken aan de oude Chinese stijl. De tuintjes zijn piepklein.
Ook dit eiland is groen. In de vlaktes en op glooiende hellingen zie je veel kasbouw, rijst en groentes. Er is gevarieerde laagbouw, en op de steilere hellingen veel bossen. Hier groeien cipressen, allerlei coniferen, sierlijke bamboebossen, loofbomen die zorgen voor bloesem en frisgroene kleuren, De bossen lijken moeilijk toegankelijk door de steile bergen. De gids vertelt dat er heel veel paden zijn gemaakt, zodat je er prima kunt wandelen.
In de kleine tuinen zie je veel bomen en struiken. De azalea's en de rododendrons bloeien nu. Alles wordt in mooie vormen gesnoeid. Ook hier zie je cipressen, verschillende soorten coniferen, loofbomen in frisgroene tinten, bamboe soorten, sommige met een heel sierlijke bladeren die ogen als vrolijke kwasten. De blauwe regen en de seringen bloeien.
Langzaam trekt na de zware regenval van de afgelopen nacht de damp in nevelslierten op.
Ook over de religie van Japan vertelt de gids ons.
Allereerst is er het boeddhisme, daarnaast het Shintoïsme.
540 v Christus is Boeddha geboren. Aanvankelijk werd alleen de boom afgebeeld. Alexander de Grote bracht de beeldhouwkunst mee vanuit Griekenland, sindsdien worden er afbeeldingen van Boeddha gemaakt. (de slakken op zijn hoofd beschermen hem tegen de zon!)
De grote boeddhistische tempels zijn meer gebouwd om het land te beschermen. Het Boeddhisme wordt door de Japanners vooral gebruikt in de laatste fase van het leven.
Het Shintoïsme is er meer voor het individu, voor de dagelijkse zaken. De spirits zitten in de natuur, in de blaadjes, in de waterval. Zij helpen de mensen. (Prachtige tekenfilm Spirit Away)
Je ziet veel spiegels in Shinto tempels, spiegels vormen het transport voor de Kami, ze vormen hét vervoersmiddel om weer hier te komen.
Terwijl de gids vertelt maken we een prachtige busrit. Mooie groen-tinten, leuke kleine valleien met mooie huizen, vnl. akkerbouw. We zien wel koeien op transport in vrachtwagens, maar niet tussen de akkers.
Onderweg bezoeken we een prachtig eiland, het eiland Miyajima.
Prachtige bergen, de natuur is bijzonder. Een plaatje uit het oude Japan. De tempels zijn indrukwekkend. Ik wil er wel blijven, alleen is het erg nat van de regen.
Er was een oude Shinto tempel, de Ihsukushima Shrine, waar we nog het staartje van een bruidsceremonie zien, evenals de inwijding van een baby. Grappig detail: bij een Shinto bruiloft draagt de bruid een grote kap om haar horens te verbergen.
De tempel is ruim, in de verte zie je een poort in het water, de Torri, die de overgang tussen de stoffelijke wereld en de spirituele wereld symboliseert. De poort is gemaakt van kamferhout dat waterbestendig is. Het is de achtste poort sinds 1400.
Verderop staat een prachtige boeddhistische tempel, de Daīsho-in tempel met een zandmandala in vele kleuren, een onvoorstelbaar werk.
Een andere tempel is gewijd aan kinderen die overleden zijn, ook doodgeboren kinderen. Indrukwekkend door de vele lantaarns, die heel symmetrisch aan het plafond zijn opgehangen en de spirits van de kinderen symboliseren. De vele kleine beelden zijn door moeders voorzien van slabbers of mutsen.
Hiroshima
Er staat een skelet van een gebouw. Herinnering aan de a-bom die viel op 6 augustus 1945.
Alles in een omtrek van 1 km was weggevaagd. De straling van de bom zorgde ervoor dat alles en iedereen radioactief werd en binnen no time uit elkaar viel.
Op een foto is de schaduw van een man te zien, zijn lichaam is verdwenen. Zo snel viel alles uiteen. De impact was onvoorstelbaar. De schade buiten die 1 km straal was enorm, zware gewonden, het vet in lichamen smolt, het was vreselijk....
Het museum maakt veel duidelijk.
De plek die me het meest ontroerde was de plek ter nagedachtenis aan het meisje met de kraanvogels dat op 12 jarige leeftijd aan leukemie tgv de a-bom overleed.
In 1973 is er een bijzondere boom in het Memorial Park geplaatst. Hij stond net buiten de 1 km straal. In de stam was een gat gebrand door de straling, maar hij bleef in leven. Op dit moment staat hij er niet florisant bij, maar er zijn nog knoppen te zien.
Verder staan de bomen in het park er frisgroen bij, de coniferen bij de vlam zijn niet strak maar golvend geknipt. Zou dit nog een speciale betekenis hebben?
Ook de stilte-ruimte is indrukwekkend. Een tekst begint met: "...Japan was op verkeerde pad, het pad van oorlog gegaan....... "
In de leeszaal vind je nog krantenknipsels en enkele foto's.
In een film vertelt een studente hoe zij op een mooie zonnige dag naar school loopt, vriendinnen en docenten groet en dan plotseling een lichtflits en ze is buiten kennis. Ze komt bij, het vet in haar lichaam smelt, ze is zwaar gewond. Alles en iedereen om haar heen is verdwenen.
Ze wordt naar een opvangcentrum gebracht waar haar vader haar vindt. Dankzij de goede zorgen van haar moeder overleeft ze dit, de meesten sterven.
Dit bezoek heeft zware indruk op me gemaakt.
De shinkansen, de hoge snelheidslijn van Japan brengt ons in anderhalf uur naar Kyoto, waar we in een supermodern station uitstappen. Een wereld apart waar winkels, eetgelegenheden, bussen, treinen samenkomen. Ver weg, boven de twaalfde verdieping zien we een buitenterras. Vele roltrappen leiden naar boven. Een nieuwe wereld.... , een kunstmatige wereld. Lichttaferelen op de trappen geven even de suggestie van een groene wei met bloemen, de enkele voetganger op de trap lijkt in de wei te lopen. Dan verdwijnt het lichteffect, om plaats te maken voor bootjes die later in een blauwe zee drijven.
Door Kyoto stroomt de rivier de Kamo. Het kan hier in de zomer broeierig warm zijn, wel 35 graden. We zien dat de terrassen weer worden opgebouwd waar de mensen op zomeravonden nog lang vertoeven. Gelukkig is de temperatuur nu prima, overdag lekker warm en zonnig, tegen half zes koelt het snel af.
Als eerste bezoeken we de Kiyomizu-dera tempel, de tempel van het schone water. Hier stromen drie beekjes. We leren eerst hoe je een tempel betreedt. Er is een waterbekken met een houten schepje. Dit vul je met water, waarmee je eerst je linkerhand, dan je rechterhand en vervolgens je mond reinigt. Het laatste beetje spoel je over het steeltje, zodat de volgende weer een schoon waterbakje heeft.
De tempel is zonder spijkers gebouwd. Er vinden huwelijksceremonies plaats, kinderen worden er ingewijd. Er is een balkon waar Samurais vanaf sprongen, als ze t overleefden hadden ze goddelijke status. Amper 15 % redde dit.
Bij het tempeltje voor de liefde zijn veel schoolkinderen.
Er staan twee stenen een 20 tal meters uit elkaar. Met je ogen dicht loop je van de ene steen naar de andere. De kinderen proberen dat en met wat hulp lukt dat prima. Verderop staat een glimlachende liefdesboeddha, die ze aandachtig aanraken. Het beeldje glimt van alle knuffels die het in de loop der tijden kreeg.
We bezoeken een prachtige Japanse tuin. Het is een natte tuin, met waterpartijen. Veel rustiger dan de Chinese tuinen. Geen bruisend watervallen of rotspartijen, maar rust, gelijkmatigheid. Veel coniferen zijn zo geleid dat ze zich over het water uitstrekken. Wat later komen we in een Zen tuin, een droge tuin. Het is een kleine ommuurde ruimte (25 bij10), met aangeharkte kiezels en 15 keien, die zo geplaatst zijn dat je maar vanuit een punt ze alle 15 kunt zien. De muur is oud. Hij is gebouwd van klei gebakken in olie. Langzaam heeft de olie nu sporen getrokken, waardoor de muur er boeiend uitziet. Het is er erg druk, de stilte moeten we erbij denken. De groene tuin eromheen is prachtig van kleur, soorten groen, bloesems en het is er veel rustiger.
Alsof het niet genoeg is zijn we hierna op weg gegaan naar de wijk Gion.
Eerst hebben we ergens gegeten. Okinomoyaki heet het, een lap deeg gevuld met vlees, vis, groente, rijst, of vegetarisch gevuld met ei. Dat laatste kies ik. Het smaakt iets te soja-achtig en te eiïg, verder prima. We zitten op superlage krukjes aan lage tafeltjes. De toilet is een combi van een urinoir en aansluitend in dezelfde ruimte de deur voor de zittoilet (voor dames en heren) en dat in een land waar toch echt wel sprake is van een toiletcultuur, waarover later. Na het eten lopen we door de gezellige oude wijk, met prachtige bruggetjes over smalle loopjes. Er komt een geisha voorbij op weg naar haar afspraak. Ze is helemaal niet blij met alle aandacht en kijkt stug voor zich uit. Later zien we nog een paar geisha's, ook die zijn not amused met alle paparazzi die op fotojacht zijn. We komen aan in een wat jaren-zestig aandoend theater, waar de 7 Japanse kunsten worden getoond. Het meest sprak me het oude poppenspel aan, waarbij drie in zwarte kledij gehulde spelers samen een grote handpop hanteren, die prachtig gekleurde kleding draagt. Het is een eeuwenoude spelvorm.
De volgende dag rijden we met de bus van Kyoto naar Nara, de eerste hoofdstad van Japan. Hier staat een ongelooflijk mooie tempel, de grootste tempel van de wereld, opgenomen op de werelderfgoed lijst. Binnenin een enorme Boeddha. De tuinen eromheen zijn prachtig. Ook hier zie je volop herten, de boodschappers van god, die er wat sjofel uitzien in hun ruiende vacht.
We komen later bij de tempel Fushimi Inari Taisha, gewijd aan de vos, waar allerlei poorten - torrii- zijn geschonken als dank voor een goede oogst of winst............. De poorten staan niet langer dan 10 jaar, voor ze verrotten en verwijderd worden. Het is een apart gezicht al die oranje poorten waar je onderdoor loopt. Dit tempelcomplex is gelegen in een leuke oude buurt.
Later bezoeken we nog een tempel, Sanjusangendo, gewijd aan de Godin Kannon, barmhartigheid. Er staan 1001 beelden, een groot beeld en 1000 helpers. Elk beeld heeft 11 hoofden en 40 hulphanden,(vermenigvuldig dit met de 25 niveaus van ontwikkeling en je komt weer op 1000). Het is echt indrukwekkend, ook het tempelgebouw is prachtig evenals de omringende tuin.
Vandaag gaan we zelf op stap in Kyoto. Uit gewoonte zijn we op tijd wakker en ontbijten rustig. Dan gaan we met de bus naar de Zilveren tempel. Daar zien we echt prachtig zandwerk, ook een zentuin. Met eindeloos geduld worden de zandpatronen erin gebracht, er is ook een zandheuvel in de vorm van een gigantische omgekeerde emmer. Helemaal vlak!!!
Rustig wandelen we later het pad van de filosofie af. Het is een stenig pad dat langs een riviertje loopt. De bomen hebben net ontloken bladeren. De Japanse kers staat volop in bloei. Het is echt bijzonder mooi!
Aan het eind van de wandeling stappen we weer op de bus die ons nu naar de "food market" brengt. Je ziet allerlei soorten vis, levend spartelend in een bakje water, rauw, gekookt, gebakken, verpakte vinnen, allerlei soorten zeewier, maar ook groente, vers, gekookt, gezuurd, of in bakken. Ik heb overigens nog nooit zo'n hygiënische markt gezien, bijna alles is in plastic verpakt Behalve de kramen zijn er ook veel leuke winkeltjes. Kortom, we lopen door een gezellige buurt.
De jongeren die we aantreffen in de bus zijn echt heel beleefd, ze bieden me zomaar hun zitplaats aan, waar ik dankbaar gebruik van maak.
Op weg naar Matsumoto
Japan is het dichtst bevolkte land ter wereld, 20 % is bebouwd, 20% is bewoond.
We rijden door rijstvelden. We zien Gasaho, praier houses, gebouwd om de sneeuw te verduren. Het is nu nog koud, er is veel smeltende sneeuw. Veel watertjes voeren t smeltwater af.
Onderweg beboste bergen, in de vlaktes landbouw, veel rijstvelden, dorpjes, steden, industrieën. Nagoja met autoindustrie ligt vlakbij zee van waar de auto's verscheept worden naar Amerika, Europa en Azië.
Geleidelijk verandert het landschap, meer puntige bergen, kleinere dalen, erg veel tunnels, de langste was 12 km. Je kijkt vaak uit op dorpjes, huizen met glooiende daken, rivieren, naaldbossen-, soms weer veel rijstvelden. We zien de eerste besneeuwde bergtoppen. Hoe verder we komen, hoe meer sneeuwresten. Twee weken geleden liep je hier nog tot je knieën in de sneeuw, nu 24 april, zijn de sneeuwresten enkel-hoog en erg plaatselijk.
We komen bij het dorpje Shirakawa. Een oud dorpje, door Unesco op de werelderfgoedlijst geplaatst. Een lange, wiebelende loopbrug voert maar de oude kern.
De huizen zijn geheel van hout, met daken van riet dat bij de rivier groeit, vermengd met een plant uit de bergen die eerst lange tijd gedroogd wordt. De balken zijn verbonden met sterk touw.
De huizen zijn groot en tellen 4 verdiepingen.Beneden is een centraal vuur, gebruikt voor de bescherming van het hout, het roken van vis, en het warm houden van het huis. Het huis is koel in de zomer, maar niet echt warm in de winter.
Op de vierde verdieping is de zijdespinnerij. Hier maakte men zijde voor de verkoop.
Buiten wordt ook rijst verbouwd. Het is een romantische plek, overal ruisen beekjes. De huizen worden afgewisseld met rijstvelden, beekjes en meertjes. Ook hier zwemmen koikarpers.
Van riet worden manden gevlochten, sneeuwschoenen en andere attributen, ook touw wordt veel verwerkt. Centraal staat de tempel met de klokkentoren.
Eens in de zeventien jaar moet het dak van een huis geheel vervangen worden. Vroeger kwamen dan de mannen van het dorp bijeen en met meer dan 100 man werd in drie dagen het hele dak vervangen, twee dagen waren nodig voor de sloop van het oude dak, het nieuwe werd in een dag gelegd. De daken zien er koddig uit door de bouwwijze. Ze bekleden de twee kanten van het dak en bovenop worden overdwars bundels gelegd ter afsluiting.
Uiteraard zijn er speciale feesten. Zo wordt in de zomer het waterfeest gehouden waarbij waterstralen de daken bevochtigen (tegen het vuur).
We kopen een gelukspoppetje voor Vera een sarubobo, typisch voor deze streek.
We rijden verder door de Japanse Alpen, besneeuwde toppen, naaldbossen, bloesems, tunnels, beken, dorpen, of steden, af en toe vis-vlaggen in de tuin (vlaggen in de vorm van een vis) op weg naar een plek waar de beste houtsnij-werkers van Japan wonen. Matsumoto.
Hier wordt o.a. houtsnijwerk voor tempels gemaakt. Ook staat er een oud kasteel, de zwarte kraai genoemd vanwege het zwarte uiterlijk
De volgende ochtend betreden we het kasteel. Het staat er vanaf 1504, echt een sprookjesachtig gebouw. Met een beetje fantasie zie je zwarte raven om de torens vliegen of zwarte silhouetten van heksen op bezemstelen.
Het is er koud geweest in de winter, de ramen hebben brede houten spijlen/ tralies en daartussen giert de wind, er zijn houten luiken voor die gesloten kunnen worden. De vechtkleding van toen zie je nu in sciencefictionfilms. Er is een klein park omheen, met bomen, struiken in prachtige zachte voorjaarstinten, zacht groen van het jonge blad, roze en wit van de bloesems. Dit kasteel is op het vlakke land gebouwd, wel verborgen achter een breed water. De kastelen werden meestal boven op een berg geplaatst.
We rijden verder door het dal, voorzichtig komen de besneeuwde toppen van de bergen tevoorschijn uit de nevel.
Bij de wasabi boerderij zie ik voor het eerst de wasabi plant. De wasabi plant groeit op kiezels in stromend water van 13 tot 15 graden. De plant heeft een aronskelk-achtig blad, lange stelen, een klein wit bloemetje en een korte wortelstok. Alles wordt gebruikt: stengel, blad en wortel, maar de echte wasabi wordt van de wortel gemaakt. Een scherp groen goedje overigens. Uiteraard is er wasabi thee en wasabi ijs.
We rijden verder door de hoge bergen van de Japanse alpen naar Mount Fuji.
Overal weer staan verrassend fris de mooie bloesembomen tegen de donkere hellingen. Veel fruitbomen. Soms is er een grote vlakte tussen de bergen gevuld met woningen en industrie, je ziet bosbouw. Wat later rijden we door het wijngebied van Japan.
Bij Lake Kawakuchi zien we voor het eerst een stukje van Mount Fuji.
Het is de hoogste berg van Japan, 3767 meter. Alleen in juli en augustus ligt er geen sneeuw en mag je naar boven. Het is een zware tocht. 's Nachts loop je zeven uur, je komt tegen vijf uur aan, als de zon opkomt (Japan, het land van de rijzende zon). Vervolgens loop je een uur rondom de krater, en in vijf uur weer naar beneden en dan ben je vijf dagen gevloerd. Onderweg kom je houten hutjes tegen waar je zou kunnen overnachten, maar die zijn erg duur.
We bezoeken het Edo museum, waar je een goed beeld van de geschiedenis van Japan krijgt, daarna naar het sumo stadion. We gaan naar het Metropolitum, een gebouw van 45 meter hoog met een prachtig uitzicht over Tokio. In deze metropool wonen 32 miljoen mensen.
Op woensdagochtend wandelen we door de wijk Omotosando.
Tokio is de grootste en veiligste stad ter wereld.
Ik heb me tijdens deze reis overal heel veilig gevoeld. De gids vertelt dat hij in Tokio gewoon zijn laptop op tafel kan laten liggen in een café als hij even naar toilet gaat, zijn fiets zet hij nooit meer op slot.
Het hotel waar we overnachten heeft 3000 kamers. Het is enorm. Vanuit ons raam zien we, zodra het donker wordt, duizenden lichtjes. De hoge torens hebben verplicht rode lampjes op hun dak, het is een boeiend gezicht.
De toiletcultuur.
Bordjes geven aan dat je niet, zoals Chinezen blijkbaar nog wel doen, met je voeten op de bril mag staan en dat je, als je het stenen plasgootje gebruikt, naar het opstaande randje moet kijken, zodat je er niet overheen spat.
Alle toiletten, vaak ook in openbare gelegenheden, zijn superlux. Meestal is er een houder met een spray om de bril schoon te maken. In de rand van de pot, naast de bril, zitten twee knopjes waarmee je een anus- of een billendouche kunt activeren. De bril kan verwarmd worden, meestal staat de verwarming aan zodat je op een warme bril ploft nadat je die gereinigd hebt. Daarnaast is er vaak watergeluid dat soms automatisch soms via een knopje wordt geactiveerd.
Vandaag zijn we met de metro en de trein naar Kamakura gegaan.
In de trein of de metro mag je geen foto's maken. Alle Japanse toestellen maken een geluidje als je een foto maakt, zodat dit meteen opvalt. Ondanks de tweede gewoonte: niet spreken in de metro of heel zachtjes, zijn een aantal van ons duidelijk aan het kletsen. Hierdoor raken we in gesprek met een Japanner die het een en ander weet over Nederland.
Hij vindt ons technisch heel knap. Japan importeert o.a. medische apparatuur uit Nederland. Hij weet ook dat Willem Alexander en Maxima als koning en koningin in Japan op bezoek zijn geweest. Een aantal dames draagt een oranje t-shirt of oranje versiersels en we vertellen dat het vandaag koningsdag is. Verderop zit een man, die boven zijn laptop in slaap dommelt. Dat is heel gewoon hier.
We bezoeken een tempel waar een boeddhabeeld van kamferhout staat. De monnik die het beeld sneed, heeft twee beelden gemaakt uit een enorme kamferboom, een staat in Nara, het andere beeld heeft hij in het water gegooid, aldus de legende. Vissers bij Tokio zagen het stralen in het water en brachten het aan land. Het is echt een prachtig beeld, mooi houtsnijwerk en enorm van afmetingen. Op zijn hoofd staan verschillende gezichten, die symboliseren dat boeddha er voor alle mensen is. Verderop staat de grote bronzen boeddha die de tsunami heeft overleefd, waarbij de hele tempel eromheen is meegesleurd. Rustig kijkt het beeld vanuit geloken ogen op de mensen neer.
Na de lunch fietsen we langs de kust op weg naar het bamboebos waar we thee drinken.
Even stappen we af om pootje te baden in de Pacific Ocean, best aangenaam van temperatuur. Roofvogels gedragen zich als meeuwen op het Nederlandse strand. Zo gauw iemand iets eet, duiken ze erop af, de grote groepen zien er wat dreigend uit met hun sterke snavels.
De tocht naar de waterval is prachtig. Eerst de uitgestrekt vlakte rondom Tokio, veel landbouw en plastic kassen. Dan wordt het bergachtiger.
Uiteindelijk komen we hoog bij besneeuwde toppen.
Daar ligt het meer, lake Chuzenji. Het is 20.000 jaar geleden gevormd tijdens een eruptie van Mount Nantai, 2500 meter. Het is 63 m diep en vriest nooit dicht, terwijl het hier heel koud kan worden. Het is het hoogste meer in Japan, en erg groot. We zien hier ongeveer een achtste deel. Een flinke rondvaartboot is nodig om alle oevers te bekijken.
Vlakbij is een mooie waterval, beneden zie je pas hoe groot deze is en hoeveel water er verstouwd wordt. Kleine zwaluwen vliegen af en aan en verdwijnen dan weer in de hoge rotswand.
We krijgen een leuke lunch. Op een vakjes-bord liggen kleine hapjes zoals gefrituurde garnalen, tofu hapjes en koude bami. Die warm je op in een kokend hete bouillon die op een brander staat. Daar zit ook wat verse groente in, die zo zacht wordt. Het is een gezellige vorm van eten.
We bezoeken het Toshogu complex, Shintho tempels, dit staat op de wereld-erfgoedlijst. Het is echt verrassend: sprankelende kleuren, fantastisch houtsnijwerk. Je kijkt je ogen uit. Deze tempel is gebouwd ter ere van Tokugawa, zijn vader. Beide personen zie je ook afgebeeld. Deze dynastie heeft Japan 250 jaar geregeerd.
Ergens op een balk wordt gesymboliseerd dat het een tijd van vrede was, aan de ene kant zie je een slapende poes en aan de andere kant van de balk zitten rustig een paar vogeltjes. Er staan drie zware bakken die tijdens feesten worden meegedragen. Ze zien er loodzwaar uit, er zijn 12 mannen nodig om deze te dragen.
Het oudste en soberste gebouw is versierd met een apenstripverhaal dat de verschillende levensfasen van een mens verbeeld. Er zijn veel mooie oude bomen, ceders en andere coniferen.
Terugkerend naar Tokio zien we het landschap in omgekeerde volgorde veranderen van de hoge besneeuwde toppen naar het vlakke agrarische land, de verdichting in wegen en gebouwen. We rijden een stukje door de 18 km lange tunnel die onder Tokio doorgaat. Geen vluchtstrook, alleen wat ruimte bij de invoegpunten. Als hier een ongeluk gebeurt zit je in een val.
We stoppen bij een grappige wijk, de Golden Gay wijk. Hier opereert ook de Japanse maffia, ontstaan uit de werkeloze samoerai. Zij vragen overal beschermgeld. Het is een apart wijkje. Je ziet een paar straatjes met piepkleine kroegjes, hooguit plek voor 5 personen. Het wijkje heeft de tweede wereldoorlog overleefd, de tijd waarin Tokio voor het grootste deel door bombardementen is verwoest.
We volgen een rustig boomrijk smal straatje. Op de grond in een hoekje zit een dakloze. De regering verstrekt gratis voedsel en met name bij het viaduct van een station liggen keurig opgevouwen hun dozen en andere spullen om te overleven. Het sociale vangwerk is minimaal, je moet hier op eigen kracht zien te overleven.
De volgende ochtend na het ontbijt met veel luidruchtige Chinezen, gaan we op weg naar het vliegveld, terug naar huis waar weer een nieuw avontuur op me wacht ........
Christine An
Reis: april 2015, verslag afgerond februari 2017