Langs de Noorse fjorden, februari 2017
Noorwegen,
Na bijna twee jaar weer op reis.
Als vanouds met de Bergtax, met onze vertrouwde Willem achter het stuur, naar Schiphol.
Het weer was mooi, de vlucht prachtig. We zaten niet zo hoog en zagen de wereld onder ons, Hoofddorp, de plassen, de Flevopolders, Friesland, de Wadden, de route was helemaal te volgen tot in Bergen. Erg mooi!
Na het inchecken bij de ms. Nordkapp wandelen we door Bergen. Het centrum is mooi, een belangrijke plek in de Hanze-tijd. We zien nog een oud hijssysteem, dat verder alleen nog in Brugge bestaat. Ze hebben er ook heerlijke warme cacao, gemaakt van Belgische chocolade.
De eerste dagen gaan als in een droom voorbij. De tocht is mooi, er is sneeuw gevallen en alle bergen zijn wit bestoven. In Alesund maken we een flinke wandeling, bewonderen de Jugendstil herbouw uit het begin van de vorige eeuw en lopen dan verder door het oudste deel. Het is overal erg rustig en duur! Er zitten bedelaars op drukkere punten, zo op het eerste gezicht zijn het vaak allochtonen, die gehuld in een deken de kou weerstaan.
In Trondheim, de oude koningsstad, verplaatst het schip zich van de zuidkant naar de noordkant van de stad, hierdoor kunnen we een mooie wandeling door de stad maken. Het heeft gesneeuwd, de wereld is voor het eerst helemaal wit. Ik loop op snowboots en spikes.
We bezoeken de gotische kathedraal, de Nidaros domkerk, die van buiten aan de voorkant wel wat plomp lijkt, ondanks de vele versieringen, waarschijnlijk door de in verhouding vrij lage torens.
Als we binnen komen, lijkt het in eerste instantie alsof we niets kunnen zien, zo moeten we wennen aan het duister, maar dan blijkt het een bijzonder gebouw te zijn, sierlijk, mooie glas-in-lood ramen, een omloop om het koor, een sfeervolle crypte.
Als je naar het rozetraam kijkt zie je hoe harmonieus alle lichten op elkaar zijn afgestemd. Er zijn twee orgels, het hoofd-orgel is echt indrukwekkend met prachtige orgelpijpen. Maar helaas, beide orgels blijven stil.....
Verderop komen we in het oudste deel van Trondheimd, de wijk Bakklandet, met houten handelshuizen op palen in het water en de oude brug "Gamble Bybro" die speels overgaat in passende nieuwbouw. Een mooie stad. Peter fotografeert daar eidereenden.
We treffen regelmatig een groep Chinese jonge mensen, die opvallen door de geweldige manier waarop ze een vriend in een rolstoel begeleiden. In Tromdheim vragen ze ons hoe ze precies naar het schip terug moeten lopen. Al sneeuwballen gooiend vervolgen ze hun weg.
De jongen in de rolstoel blijkt een bekend rolstoel-basketballer te zijn. Ik heb nog even via Skype zijn moeder begroet.
Een van zijn vrienden, Wang, horen we op een avond zingen. Hij zingt geweldig, bij een Mongools lied, dat vertelt over paarden en drank, voel je je te paard door Mongolië trekken. Wat een cadeau!...
Een andere vriend is een meester in Qigong, met een verbijsterende spierbeheersing toont hij ons Qigong. Hij is hier meester in. Het spreekt ons erg aan.
Terwijl ik dit schrijf hebben we al vele uren langs de Noorse kust gevaren, scheren, hoge bergen, stormachtige momenten als de oceaan invloed had, steeds wisselen luchten, fascinerend. De witte sneeuw maakt het sprookjesachtig. Kun je je een luxer ontbijt voorstellen: lekkere koffie en een prachtig landschap dat aan je voorbij trekt......
Gisteren hebben we voor het eerst een flinke hagelbui getroffen tijdens de terugtocht van het centrum van Bodó naar de boot. De wind blies je sjaal van je nek en de hagel sloeg in je gezicht, super. We voelden ons stoer, we wisten ook dat we in tien minuten binnen in de warme, luxe boot zouden zijn. 's Avonds om zeven uur kwamen we aan in Stamsund.
We stapten uit de boot in de bus die ons door het met sneeuwbuien gevulde duister voerde, terwijl de gids vertelde over de oude religie van de Vikingen... Midgaard, Asgaard, heksen, trollen........sfeervol......
Na een uurtje door het duister, waarbij de bus wegens een pechgeval op de weg nog even achteruit moest op een bergweg, was het doel bereikt: het herbouwde langhuis van de Vikingen, in het Lofoten Viking Museum im Borg.
Al voor de tijd van de Vikingen woonden hier mensen, er zijn restanten van bewoning gevonden uit 600 na Christus.
Het langhuis was 12 meter breed en aanvankelijk 60 meter lang, later uitgebreid tot 85 meter.
Het was eigenlijk een klein dorp waarbinnen alles gebeurde: ambachten zoals houtbewerken, spinnen, weven, drogen van vis werden hier uitgeoefend, er woonden vijftig tot tachtig mensen waaronder ook slaven, het vee vond er in de winter onderdak, mn schapen.
Als we in Borg uit de bus stappen, sneeuwt het behoorlijk, de wegen zijn met een dikke witte deken bedekt.
Uit het langhuis stapt een vrouw in de kleding van de Vikingen, we gaan terug in de tijd.
Ze heeft een fakkel in haar hand en heet ons welkom, we worden gevraagd binnen te komen. Het is een goede tijd, het is midwinter de dag van het joelfeest. De goden worden aanbeden en er is een feestmaaltijd.....
Het is leuk gedaan.
Door rituelen, zoals men denkt dat de Vikingen die uitvoerden, worden de goden aangeroepen, een heks voorspelt de nabije toekomst, muziekinstrumenten uit die tijd : trom, fluit, en een snaarinstrument, worden door slaven die mee willen eten, bespeeld. Er wordt mede (honingdrank) en water geschonken " skal"! Op een bord ligt lamsvlees, koolraap, wortel, gerst, bessensaus en een soort sour-crême. De hoge ruimte is koud, maar het houtvuur in het midden aangenaam warm.
Na afloop van het eten maken alle gasten hand in hand een simpele dans rondom het houtvuur op de klanken van trom en fluit, twee stappen naar links en een naar rechts...
Buiten sneeuwt het, in de werkruimtes komt de sneeuw door het dak heen.... je zult maar Viking zijn.
Een kwartier te laat is de bus in de haven van de Svolvaer, waar de boot op ons wacht. Ik kom als laatste aan boord.
Het weer wisselt voortdurend, soms is het schip in een wolkendeken gehuld, tien minuten later zit je je te warmen in de zon, dan sneeuwt 't weer... We passeren sneeuw-bestoven Märklin stadjes, glooiende hellingen, hoge pieken... prachtig wit bepoederd landschap, boeiende luchten. Ik kom eigenlijk niet tot lezen, soms even tot schrijven.
Het was erg leuk om Tromsö in de winter terug te zien, na ons vertrek op de driemaster Antiqua, midzomer al weer een paar jaar geleden. In de verte zien we de Ishav, de IJszee kathedraal, waar we toen omheen zijn gelopen.
Het stadje ziet er sprookjesachtig uit getooid met heel veel sneeuw. Er zijn bergen sneeuw gestapeld in de stad, alles is onder een tientallen centimeters dik pak sneeuw verstopt... het is een genot de sneeuw te horen kraken onder je spikes. Soms zijn de trottoirs verwarmd, dat is lastig lopen met spikes, maar de middenberm heeft sneeuw genoeg. Soms worden we zelf ondergesneeuwd door een nieuwe bui, dan weer lopen we onder een vrij blauwe hemel. We zijn meegegaan met een groepsexcursie, deze is in ieder geval gezellig vooral door het bezoek aan een kroeg waar het lokaal gebrouwen Mac bier wordt geschonken. Uiteraard hebben we ook het historisch museum bezocht waar we een indruk van het verleden van de robbenjagers krijgen.
Geleidelijk wordt het donker en stralen vele lichtjes vanaf de overkant ons tegemoet met de nieuwe kerk als lichtend middelpunt.
De avond breekt aan, er heerst een lichte spanning: mogelijk noorderlicht. De prognose is goed, alles staat en valt met het weer. Lichte bewolking oké, maar zware bewolking zal alles verknoeien.
Aan de donkere hemel licht één "wolk" sterk op, apart zo' n wit schijnsel. Het wordt steeds intenser. Een van de experts onder de passagiers vertelt me dat dit het begin kan zijn van het noorderlicht.
Ze nemen er een fototoestel bij en als het witte licht groen op het scherm verschijnt, is er sprake van noorderlicht. Dat was het geval. Er verschijnen meer vegen licht in de lucht, alleen op een camera als groen waar te nemen omdat de intensiteit nog niet sterk genoeg is. De Duitse groep, de noorderlicht-groep, holt van links naar rechts over het dek voor zover dat mogelijk is op het besneeuwde, licht bewegende dek. Soms is er een groene plek zichtbaar, later sliert een witte pluim door de lucht. Tja, prachtig groen op de foto. Mijn camera kan dit niet fotograferen, het flitslicht verdwijnt in het heelal.
Zo amuseren we ons uren op het koude dek, warm gekleed in skibroek, thermokleding, muts en wanten. De experts zijn tevreden, ik, eerlijk gezegd, niet echt maar ik begrijp nu wel wat er met noorderlicht bedoeld wordt, een sprookjesachtig, onvoorspelbaar natuurverschijnsel. Die nacht slaap ik als een blok terwijl het schip zwaar stuiterend haar weg vervolgd en twee havens aandoet.
We gaan aan wal bij Honningsvåg en stappen in een bus op weg naar de Noordkaap. Ik had me in mijn fantasie al zien staan in de gierende sneeuwstorm, rillend in de kou. Het tegendeel is waar. We rijden door een onvoorstelbaar mooi wit sneeuwlandschap met een stralende zon aan de hemel. De sneeuw is zeker twee meter dik en heeft soms verrassend lichte strepen door de speling van het zonlicht met een plooi in de sneeuwdeken. Tranen springen in mijn ogen, het is adembenemend mooi. Het lijkt wel een witte woestijn.
Ergens gaan we in konvooi verder. Een stevige sneeuwschepper voorop en daarachter een paar bussen en auto's volgen. Het aantal deelnemers is precies bekend bij de chauffeur van de sneeuwschepper, mocht er iets gebeuren dan is het duidelijk hoeveel hulp er moet komen. Er is nu ook geen tegemoetkomend verkeer. Overal zijn de wegen te herkennen door de oranje-rode palen die in de randen zijn geprikt. Alle banden van auto's en bussen zijn voorzien van spikes.
Bij een toeristische gebouw stappen we uit. Overal stralende zon, wit landschap, geen wind, niet koud... ik kijk uit over de Barendszee vanaf het meest noordelijke puntje van het Europese continent. Indrukwekkend! We blijven anderhalf uur buiten genieten van het witte landschap en de stalende zon.
Kirkeness
Na een sneeuwige start van de dag verschijnt de zon weer. Alles ligt bedekt onder een dik pak sneeuw. De bergen zijn erg laag, het is een oud gletsjergebied, het gesteente is afgesleten.
We gaan van boord en de bus brengt ons via prachtig besneeuwde huizen, bomen naar de plek waar het sneeuwhotel staat en waar de honden wachten op de slee-tocht.
We lopen door het sneeuwhotel.
In de zomer bestaat het niet, eind oktober wordt het in twee weken weer opgebouwd. Hiervoor worden grote ballonnen gebruikt die met een dik pak sneeuw worden afgedekt, daarop wordt hout gelegd. Als de sneeuw genoeg is uitgehard wordt het hout verwijderd en de lucht wordt uit de ballonnen gehaald en zie: het hotel staat. Acht Chinese kunstenaars versieren alles met ijs- en sneeuwsculpturen. In de hal staat een sierlijke bar van ijs met een gemutste en een ijzige bebaarde klant. De trap is versierd met ijzige slee-honden, husky's, en hun begeleider, de musher. Bovenaan de trap gaan de ijs-beelden over in wandsculpturen van sneeuw, die het bos verbeelden met de dieren die er wonen, uilen, konijnen... daar lijkt de slee naar toe te gaan.
Ook elke kamer is versierd met wandsculpturen en aan de voet van het bed een ijsbeeld, mooi transparant. Leuk om door te lopen, maar geef mij maar een hotel met meer dan -4 C, ook al vertelt de gids dat de slaapzakken - 40 C kunnen weerstaan en de gasten er vaak uit kruipen omdat het te warm is en dat het vandaag binnen zelfs warmer is dan buiten (-6C).
Buiten het hotel staan in een afgerasterd veld drie elanden te wachten op hun fotosessie. We geven ze wat rendiermos en andere plantjes waardoor ze binnen handbereik komen. Ze kijken wat onnozel de wereld in.
De tocht met de hondenslee is een aparte ervaring. Een plastic plaat vormt de bodem van de slee, daarop ga ik zitten, nadat Peter achter mij op het bankje is gekropen. Zijn benen vormen mijn leuningen. Het stuitert lekker over de bodem, ik moet even aan de orthopeed denken, zou zijn werk hier ook tegen bestand zijn...?
De acht honden trekken ons rennend door het landschap. De musher, die weer achter Peter staat, voert de teugels. De tocht gaat door een prachtig landschap, deels heuvelachtig, deels het bevroren ijs van de fjord (45 cm dik). Ook hier alles onder en dik pak sneeuw bedekt. De lage zon geeft toch warmte, soms zie je de zon nog achter wolken, wat een surrealistisch effect heeft. Zoveel wit, zoveel ruimte, zoveel stilte... indrukwekkend.
Na ons bezoek aan Kirkeness begint de terugtocht van de Ms Nordkapp. De plekken die we op de heenweg bij nacht passeerden, kunnen we nu rustig bij daglicht bekijken. Eenmaal aan boord word ik eindelijk wat actiever, ik roei en fiets in de fitness ruimte. Het roeien is nog een vak apart, de boot schommelt behoorlijk en het stoeltje heeft speling, je beweegt vooruit en op zij tegelijkertijd.
Het valt mee dat ik erop blijf zitten. Tot slot een duik in de hete jacuzzi, van daaruit kijken we naar de dwarrelende sneeuwvlokken die wit afstegen tegen de zwarte lucht.
Die avond zien we voor de tweede keer het noorderlicht, nu ook met stralen en kleuren en beweging, het violet schijnt bijzonder te zijn. Peter heeft er foto's van gemaakt. We zijn er inmiddels aan gewend dat het meestal wittig licht is, de foto toont het groene licht omdat onze ogen dat bij geringe lichtintensiteit niet kunnen waarnemen en de camera wel.
Op dit moment vaart de boot rustig door de Rolvsoy zee-engte met links en rechts besneeuwde bergen. De zon schijnt, we zitten buiten onder de warmtelampen en naderen Hammerfest, de noordelijkste stad ter wereld.
Hammerfest ligt op dezelfde breedtegraad als de noordelijkste gebieden van Siberië, de noordpunt van Alaska, de eilanden boven Canada en het midden van Groenland.
We wandelen daar door het dikke pak aangestampte sneeuw, af en toe een verijsde laag naar de Hammerfest kerk, die een prachtige wandgrote afbeelding in glas in lood heeft. De zon schijnt erop, de kleuren zijn helder en vrolijk. Na een mislukte poging Salen (uitkijkpunt) te bereiken via een vrij steil omhooglopend dik besneeuwd pad, keren we halverwege terug naar de boot. Het afdalen gaat me niet goed af. Ik veroorzaak een aardige file op het pad die ik laat passeren. Soms voel ik me in een verhaal van de baron van Münchhausen: de paaltjes naast de weg, bedoelt ter bescherming en ondersteuning komen amper boven de sneeuw uit. (verhaal het paard aan de kerktoren..)
Als we 's avonds in Svólvær aankomen, gaan we mee met een excursie genaamd "Wandelen door een vissersdorp". Er wordt weinig gewandeld, veel verteld. De verteller is een oude schoolmeester en hij doet het geweldig. We worden helemaal meegesleept... (van deze man had ik geschiedenisles willen hebben.)
We stappen in een bus en rijden door het besneeuwde stadje met vrolijk verlichte huizen over een hoge brug naar Svinøya, een oud vissersdorpje. Hier was in 1828 iemand op het idee gekomen 100 vissershuisjes te bouwen, die elk onderdak boden aan 12 vissers ( twee man in een bed, kribbe zeg maar). Vissers uit Kirkeness bijvoorbeeld, vroegen dan toestemming om daar te mogen wonen vanaf januari als daar de kabeljauw trek plaats vond. Alle vis werd door de eigenaar opgekocht, de vissers kregen tegoedbonnen. Op betaaldag werd van hun tegoed, de huur, de kosten voor levensonderhoud en de kosten van het krediet van het afgelopen jaar afgehouden.
Een ander verhaal uit de sociale geschiedenis van Noorwegen werd verteld naar aanleiding van een schilderij van Gunnar Berg. Hij schilderde de slag bij de Trollenfjord.
De burgemeester uit die tijd had de vissers geholpen het ijs te verwijderen uit de fjord, waar duizenden vissen ingezwommen waren. De vissers werden daarna gedwongen 40 procent van hun vangst te doneren aan de burgemeester. Dit leidde tot een ware veldslag. Een van de vissers dook onder de afzetting door, stel je voor in januari! Hij sneed de warmwater slang door waarmee heet water over de vissers werd gespoten. Uiteindelijk besliste het Noorse kabinet dat de vissers niets hoefden te betalen. Het was hun recht om te vissen! Een echte overwinning voor de vissers.
De tocht daarna is heel erg mooi. We varen de Alta fjord in. De besneeuwde bergen zijn dichtbij, eerst nog glooiend dan weer scherp gepunt zoals de bergen van Spitsbergen.
De zon schijnt en zorgt voor mooie lichteffecten. Verderop hangen de wolken laag, het landschap wordt mysterieus. Dan verdwijnen de wolken weer en heeft het zonlicht de overhand.
Het is een voortdurend spel van licht, schaduw en nevel onder een blauwe hemel.
We passeren een mooi vlak eiland, de gids vertelt dat hier de Vikingen vroeger hun boten bouwden. De verhalen over de Vikingen-tijd zijn hier wat vriendelijker dan de verhalen die wij over de Vikingen vertellen. Zo wordt er gezegd dat ze vrouwen meenamen, maar dat niet altijd op vrijwillige basis gebeurde....... Hun expansiedrift is wel bewonderenswaardig, en dat ik die kleine boten.
Op deze breedte ligt het eiland Sørøya ( Zuidreiland) dat sinds de steentijd bewoond is geweest. Naast het museum in Alta zijn rots-tekeningen gevonden uit die tijd.
Ms Nordkapp vaart door, we zien de besneeuwde bergen langzaam donker worden, daarboven in een rechte lijn het sikkeltje van de maan en Venus er precies boven tegen een nog lichte hemel.
Het is bijna half zes, de zon is onder, in de verte nog wat oranje rode kleuren die verdwijnen in de zee. Het wordt donker.
Na een avond vol noorderlicht, gevolgd door het fascinerende optreden van de Chinese musici naderen we tegen half twaalf s nacht Tromsö. Een zee van lichtjes in de duisternis. De IJszee-kathedraal straalt je van verre tegemoet. Deze kerk symboliseert de poolnacht en het noorderlicht.
Voor we aanleggen in de haven, geeft de scheepstoeter een vast signaal: twee middellange stoten, een korte en een lange toe-oe-oe-oe-oet.... en bij vertrek een middellange stoot. Bij het passeren van een boot gaan alle buitenboord-lichten aan en volgt over en weer een stevige groet via de scheepstoeter (wie ' t meeste kabaal kan maken....)
We varen langs prachtig eilanden. Alles is nog steeds bedekt onder een dik pak sneeuw, maar de kale takken van de bomen geven er wat tekening aan. Soms zie je vierkante vlakken groen: aangeplante naaldbomen. Het landschap wisselt voortdurend evenals de lucht.
De vele tunnels en uitzonderlijk hoge bruggen zorgen ervoor dat de meeste eilanden makkelijker bereikbaar zijn. Ms Nordkapp vaart er onderdoor, maar als de zeespiegel gaat stijgen, kan dat een probleem worden.
Tijdens de tocht wordt ook duidelijk hoe ongelooflijk belangrijk de boten van de Hütigruten, die vanaf 1893 varen, zijn geweest voor de economische ontwikkeling van deze geïsoleerde eilanden en daarmee voor heel Noorwegen.
Spectaculair is de doortocht door de Raftsundet.
De vaarroute ligt verborgen tussen de hoge bergen, zodat het lijkt of we recht op de bergwand koersen. Kleumend op het dek zie ik pas op het laatst hoe de kapitein verder vaart en dan volgt een prachtige tocht tussen bergen die je bijna kunt aanraken, zo dichtbij zijn ze. Een tijdje vliegt een adelaar langs de bergwand, dan verdwijnt hij tegen de zwart-witte achtergrond.
Het is nog net licht als we de Trollenfjord invaren, een bijzondere fjord met grillige bergvormen, waar uiteraard de trollen wonen. Je ziet het zo voor je.
Boven op de berg woont de sneeuwreus die de trollen vangt......
Dit sprookjesachtige gebied wordt al lang bewoond zoals blijkt uit de grafheuvels en resten van huizen uit de IJzertijd op het eiland Andøya.
Ik word wakker met spierpijn in mijn kuiten. De vorige dag, begonnen met grijzige luchten, werd een stralende zonnedag waarbij we al kletsend wel 20 rondjes over het dek hebben gelopen. Daarnaast had ik ook nog gefietst en geroeid in de fitness ruimte, waar prachtig besneeuwde bergen aan je voorbij trekken.
Morgen vliegen we weer terug. De gedachte aan Nederland en het bereiken van de zuidelijkere delen van Noorwegen, met af en toe stukjes ijsvrij asfalt, zorgt voor een voorjaarsgevoel.
Maar zover is het hier nog lang niet. In Trondheim is het s ochtends min vier, op het schip begint het zachtjes te sneeuwen......
Het was een prachtige reis.